Prozagedicht II
Klik hier voor prozagedichten die zijn opgestuurd en gepubliceerd. |
"Wie van ons heeft niet gedroomd van het wonder van een poëtisch
proza, muzikaal zonder ritme en rijm?"
(Charles Baudelaire, 1862)
Het prozagedicht heeft geen vast metrum of rijmschema, de lengte varieert
van enkele zinnen tot een aantal bladzijden. Kenmerken van het prozagedicht
zijn beeldend taalgebruik en een ritme. Het kan eruit zien als een verhaal
of als een gedicht.
Het zal duidelijk zijn: de grens tussen de twee genres is niet zo strak.
- Zoek een vrij korte prozatekst van maximaal twee bladzijden. Bijvoorbeeld
een short story of een anekdote.
- Lees de gekozen tekst goed door.
- Zorg dat je de inhoud helemaal begrijpt: short story of anekdote hebben
namelijk altijd een duidelijke plot.
- Streep woorden weg, die voor de essentie van je gedicht niet belangrijk
zijn. Zorg, dat plot en karaktertypering van het verhaal wel bewaard
blijven.
- Lees je eerste bewerking hardop voor. Let er vooral op, dat er ritme
en klank in zitten.
- Klank is bij dit genre gedicht belangrijk: in het prozagedicht komt
binnenrijm voor: probeer dat eens op enkele plekken in je gedicht.
- Verwijder woorden of voeg weer (eigen) woorden toe, net zo lang tot het bij voordracht goed loopt.
Als voorbeeld:
Le pain
Francis Ponge (1899-1988)
" La surface du pain est merveilleuse d'abord à cause de cette impression quasi panoramique qu'elle donne : comme si l'on avait à sa disposition sous la main les Alpes, le Taurus1 ou la Cordillère des Andes.Ainsi donc une masse amorphe2 en train d'éructer3 fut glissée pour nous dans le four stellaire4, où durcissant elle s'est façonnée en vallées, crêtes, ondulations, crevasses Et tous ces plans dès lors si nettement articulés, ces dalles minces où la lumière avec application couche ses feux, - sans un regard pour la mollesse ignoble sous-jacente.Ce lâche et froid sous-sol que l'on nomme la mie a son tissu pareil à celui des éponges : feuilles ou fleurs y sont comme des surs siamoises soudées par tous les coudes à la fois. Lorsque le pain rassit ces fleurs fanent et se rétrécissent : elles se détachent alors les unes des autres, et la masse en devient friable Mais brisons-la : car le pain doit être dans notre bouche moins objet de respect que de consommation. "
- Klaar is je prozagedicht.