Muziek

  • Bandoneon. Ein Tango
  • Singing' the blues
  • Das Klavier
  • Without a title
  • The Weary Blues
  • Funeral Blues
  • Chanson ......
  • Berceuse pour .......
  • Chants d'oiseaux

Opdracht


1. Lees alleen de titel. Ken je dit instrument? Zo ja, waar ken je het van?
2. Lees het hele gedicht.

 

Bandoneon. Ein Tango

Richard Wagner (1952- )

 

Die Mörder gehen da ein und aus Wir
haben Wörter und kein Haus Die
Mörder gehn da ein und aus Wir
haben Wörter kein Zuhaus Wir

haben Wörter kein Zuhaus Die
bleichen Schreibtischtäter Die
Mörder gehn da ein und aus Nach
Dienstschluß sinds Familienväter

Bandoneon! Es fließt kein Blut Die
Herren führen bloß die Feder Uns
bleibt der Liebe wirre Glut Unter
den Wörtern schrein die Räder

 

Opdracht

3. Uit welk land komen bandoneon en tango?
4. Wat is het bandoneon voor een instrument? Zoek dit eventueel in een naslagwerk op en noteer de omschrijving.
5. Tangomuziek:
a. Ken je het ritme / de melodie van de tango?
b. Zo niet, luister dan naar een cd met tangomuziek.
c. Neurie of fluit nu die melodie van de tangodans.
d. Lees het gedicht nogmaals, maar nu hardop.
e. Wat valt je nu op aan het ritme van het gedicht?
6. Let op de schrijfwijze van het gedicht. Wat ontbreekt er in het gehele gedicht?
7. Over welke historische periode gaat dit gedicht?
Tip: er is rond 02.02.'02 in de media veel aandacht besteed aan deze periode
uit de 70er jaren van de 20ste eeuw. Zoek het eventueel in een naslagwerk op.
8. Wat vertelt de dichter ons over 'die Mörder'? Haal de informatie uit alle strofen.
9. Wie worden er met 'Wir' bedoeld?
10. Vind jij de titel en het gedicht? :

met elkaar in harmonie met elkaar in contrast.

 

Antwoorden

vraag 1 vraag 2 vraag 3 vraag 4
vraag 5 vraag 6 vraag 7 vraag 8
vraag 9 vraag 10    

Opdracht

1. Lees de eerste strofe.

 

Singin' the blues

Peter-Paul Zahl (1944- )

 

kommt bessie inne zelle
setzt sich breitbeinig
auf meine pritsche

 

Opdracht

2. Wat verwacht je dat er nu gaat gebeuren?
3. Lees nu de rest van het gedicht.

mit ihren 220 pfund oder mehr
wischt sich n schweiss vonne stirn
und lächelt mir zu

langt untern rock
holt n klavier drunter vor
mit nem bier oben drauf

und so n alten specknacken
von pianisten aufm hocker davor
bis anne ohren voll
mit boogie-woogie

holt tief luft
holt tief luft
und fängt an
o mann
für mich ganz alleine

 

Opdracht

4. Komt je antwoord op opdracht 2 overeen met de inhoud van het gedicht?
5. Verklaar de Engelse titel voor een Duits gedicht.
6. Aan wat voor een gemoedsstemming denk je bij een blues?
7. Welke fantasie heeft de hoofdpersoon?
8. Hoe voelt de ik-persoon zich denk je?
9. Waarover zou jij fantaseren als je in een cel zou zitten?
10. 'und fängt an' (laatste strofe). Wie begint hier?

bessie de pianist

11. 'und fängt an' (laatste strofe). Waarmee begint hij/zij hier?

met de blues met de boogie-woogie

12. Het gedicht bevat een aantal woorden in spreektaal. Citeer vier woorden waaruit dat blijkt: uit de strofen 1 t/m 4 elk één woord.
13. Vertaal die woorden in het Hochdeutsch.
14. Leg, m.b.v. de laatste strofe uit, waarom het gedicht hier eindigt.

 

Antwoorden

vraag 1 vraag 2 vraag 3 vraag 4
vraag 5 vraag 6 vraag 7 vraag 8
vraag 9 vraag 10 vraag 11 vraag 12
vraag 13 vraag 14    

Das Klavier

Wilhelm Busch (1832-1908)

 

Ein gutes Tier
Ist das Klavier,
Still, friedlich und bescheiden,
Und muß dabei
Doch vielerlei
Erdulden und erleiden.

Der Virtuos
Stürzt darauf los
Mit hochgesträubter Mähne.
Er öffnet ihm
Voll Ungestüm
Den Leib, gleich der Hyäne.

Und rasend wild,
Das Herz erfüllt
Von mörderlicher Freude,
Durchwühlt er dann,
Soweit er ,
Des Opfers Eingeweide.
Wie es da schrie,
Das arme Vieh,
Und unter Angstgewimmer
Bald hoch, bald
Um Hilfe rief,
Vergeß' ich nie und nimmer.

 

Opdracht

1. In het gedicht zijn twee rijmwoorden weggelaten.
Bedenk welke twee rijmwoorden er gestaan zullen hebben.
Tip: let - behalve op de inhoud - ook op het rijmschema van de 1ste en de 2de strofe: aabccb.
2. De piano wordt als een levend wezen beschreven.
Geef m.b.v. de 1ste strofe een korte karakterbeschrijving van de piano.
3. Wiens 'Leib'(2de strofe) bedoelt de dichter? :

Van de pianist Van de piano

4. Wie is de 'Virtuos'?
5. Welke beroemde 'Virtuos' zou de dichter in gedachte gehad kunnen hebben?
Tip: Zie de 3de regel van de 2de strofe.
6. Typeer de relatie tussen de 'Virtuos' en het 'Klavier' in de 2de en 3de strofe.
7. Hoe reageert de piano in de 3de strofe?
8. De dichter beschrijft hier een pianoconcert. Hoe denk jij dat die muziek heeft geklonken? :
Geef aan in welke van de volgende typeringen jij je het beste kunt vinden (maximaal twee) .

Aangrijpend

Te snel

Hartstochtelijk

Vals

Te luid

Vol variatie

 

Antwoorden

vraag 1 vraag 2 vraag 3 vraag 4
vraag 5 vraag 6 vraag 7 vraag 8

Opdracht

1. In onderstaand gedicht is de titel weggelaten. Lees het gedicht en bedenk wat de Engelse titel zou kunnen zijn.

 

……………………

Roger McGough (1937- )

 

Beethoven Bartók Bizet and Bruckner
Delius Debussy Mozart and Mahler
Satie Scarlatti Stravinsky and Wagner
Tchaikovsky Vaughan Williams Varèse and Weber

Sibelius Shostakovitch Schubert and Schumann
Dvorák and Fauré Schoenberg and Chopin
Prokofiev Grieg Walton Stockhausen
Offenbach Handel Hadyn and Mendelssohn

Elgar Ravel Rachmaninov Rossini
Berlioz Britten Purcell Paganini
Liszt Monteverdi Holst and Vivaldi
Brahms J. S. Bach Rimsky-Korsakov Verdi

Beatles and Beach Boys Bowie and Wham!
Dylan Deep Purple Rod Stewart Steeleye Span
Springsteen Stevie Wonder Sting Elton John
Rollings Stones Elvis The Who Duran Duran.

 

Opdracht

2. Klik hier om naar de titel van Roger McGough te kijken. Lijkt jouw titel op die van hem?
3. Zoek op en noteer wat de titel betekent.
4. Maak de volgende zin af:
De personen genoemd in de eerste drie strofes zijn allemaal ..........................
5. Om wat voor soort muziek gaat het bij deze personen?
6. Maak de volgende zin af:
7. De personen/groepen genoemd in de vierde strofe zijn allemaal ..........................
8. Klik hier om het artikel uit de Wikepedia over alliteratie te lezen.
Geef tenminste 4 voorbeelden van alliteratie uit het gedicht.
9. Klik hier om het artikel uit de Wikepedia over metrum te lezen.
Is er in dit gedicht sprake van een metrum? Antwoord met 'ja' of 'nee' en leg in één zin uit waarom.
10. Klik hier om te kijken of je antwoord op vraag 8 juist was.
11. Schrijf nu een eigen vijfde strofe voor dit gedicht. Denk erom dat je alliteratie gebruikt en, indien nodig (zie vraag 8 en 9) metrum.

 

Antwoorden

vraag 1 vraag 2 vraag 3 vraag 4
vraag 5 vraag 6 vraag 7 vraag 8
vraag 9 vraag 10 vraag 11  
       

Opdracht

1. Heb je wel eens van de blues gehoord? Zo ja, wat weet je er over?
2. Wat voor soort gevoel wordt meestal met de blues geassocieerd?
3. Lees het gedicht 'The Weary Blues'.


The Weary Blues

Langston Hughes (1902-1967)

 

Droning a drowsy syncopated tune,
Rocking back and forth to a mellow croon,
I heard a Negro play.
Down on Lenox Avenue the other night
By the pale dull pallor of an old gas light
He did a lazy sway ....
He did a lazy sway ....
To the tune o' those Weary Blues.
With his ebony hands on each ivory key
He made that poor piano moan with melody.
O Blues!
Swaying to and fro on his rickety stool
He played that sad raggy tune like a musical fool.
Sweet Blues!
Coming from a black man's soul.
O Blues!
In a deep song voice with a melancholy tone
I heard that Negro sing, that old piano moan--
"Ain't got nobody in all this world,
Ain't got nobody but ma self.
I's gwine to quit ma frownin'
And put ma troubles on the shelf."

Thump, thump, thump, went his foot on the floor.
He played a few chords then he sang some more--
"I got the Weary Blues
And I can't be satisfied.
Got the Weary Blues
And can't be satisfied--
I ain't happy no mo'
And I wish that I had died."
And far into the night he crooned that tune.
The stars went out and so did the moon.
The singer stopped playing and went to bed
While the Weary Blues echoed through his head.
He slept like a rock or a man that's dead.

 

Opdracht

4. Door wie wordt de blues gespeeld in dit gedicht?
5. Welk instrument bespeelt de muzikant?
6. "With his ebony hands on each ivory key" (regel 9)
a. "ebony" verwijst naar
b. "ivory" verwijst naar
7. Geef tenminste vier zinnen/zinsdelen/woorden die een aanwijzing zijn dat de blueszanger zich depressief voelt.
8. Zet de onderstaande vier regels om in correct Engels.

"Ain't got nobody in all this world,
Ain't got nobody but ma self.
I's gwine to quit ma frownin'
And put ma troubles on the shelf."

 

Antwoorden

vraag 1 vraag 2 vraag 3 vraag 4
vraag 5 vraag 6 vraag 7 vraag 8

Funeral Blues

W.H. Auden (1907 - 1973)


Klik hier als je dit gedicht wilt verwerkt zien in een interessant Flash-film.

 

Stop all the clocks, cut off the
Prevent the dog from barking with a juicy bone
Silence the pianos and with muffled drum,
Bring out the coffin, let the mourners

Let airplanes circle moaning overhead
Scribbling on the sky the message He Is Dead.
Put crêpe bows around the necks of public doves.
Let traffic policemen wear black cotton

He was my North, my South, my East, and West,
My working week and my Sunday
My noon, my midnight, my talk, my song,
I thought love would last forever. I was

The stars are not wanted now, put out every one
Pack up the moon, and dismantle the
Pour away the ocean and sweep up the
For nothing now can ever come to any good.

 

Opdracht

1. In dit gedicht zijn een aantal rijmwoorden weggelaten. Bedenk welke woorden er gestaan moeten hebben. Let op de rijmschema!
2. Klik hier om te kijken of je de juiste rijmwoorden hebt bedacht.
3. Klopte het?

ja nee deels

4. Leg uit waarom de dichter het woord 'Blues' heeft gebruikt voor de titel van zijn gedicht.
5. Welke van de onderstaande beschrijvingen druk het beste uit wat je over dit gedicht vindt?

afschuwelijk
boeiend
doet me niets
hartverscheurend
ontroerend
overdreven
prachtig
sentimenteel

Opdracht

1. Lees eerst de inleiding goed door.

 

Inleiding
De dichter Paul Verlaine liet zich inspireren door de impressionistische schilders. Hij was onder de indruk van hun kleurschakering. Hij was er van overtuigd dat poëzie en muziek met elkaar verbonden zijn. Verlaine probeerde zijn gedichten door een combinatie van ritme en klank een muzikale indruk te geven. Onderstaand gedicht geeft goed aan wat hij bedoelde met de uitspraak: 'De la musique avant toute chose'. (Muziek gaat voor alles.)
Het Impressionisme geeft de werkelijkheid weer als een beweeglijk mengsel van kleuren en tonen.
In de schilderkunst worden schilderijen geheel opgebouwd uit kleine kleurvlakken, die pas bij langer, aandachtiger kijken, de gewenste indruk teweeg brengen (pointillisme). Je ziet dus pas na goed kijken wat het schilderij eigenlijk voorstelt.
In de muziek wordt een stemmingsindruk weergegeven, die in de meeste gevallen in natuurervaringen zijn oorsprong vindt.

 

Opdracht

2. Lees het gedicht nu hardop voor.

 

Chanson ........................

Paul Verlaine (1844-1896)

 

Les sanglots longs
Des violons
De l'automne
Blessent mon coeur
D'une langueur
Monotone.

Tout suffocant
Et blême, quand
Sonne l'heure,
Je me souviens
Des jours anciens
Et je ,

Et je m'en vais
Au vent mauvais
Qui m'emporte
Deçà, delà,
Pareil à la
Feuille

 

3. Nu je de inleiding en het gedicht gelezen hebt: bedenk hoe de volledige titel luidt en vul dit in op je antwoordblad.
4. Dit gedicht heeft als rijmschema aabccb. Vul de ontbrekende rijmwoorden in op de twee open plekken in het gedicht. Let ook goed op de context!
5. Waarom zou Paul Verlaine juist over de herfst een gedicht gemaakt hebben? (Tip: Denk aan de schilderkunst van het Impressionisme! Herlees de inleiding!)
6. In de verschillende strofen zit ook een verschillend ritme. Geef per strofe het ritme aan:
a. langzaam
b. snel
c. versnellend
7. De dichter was waarschijnlijk in een wat sombere stemming toen hij dit gedicht schreef. Noteer de Franse woorden uit vier passages, waarin dit tot uitdrukking komt.
8. De dichter heeft niet alleen muziek nagebootst door middel van wisselend ritme, maar ook door het gebruik van klanken. Geef dit klankspel uit de eerste strofe en noteer de Franse woorden.
9. Welk effect wordt hierdoor in de eerste stofe verkregen? Lees deze strofe nog een keer en kies uit één van de volgende mogelijkheden:

het geeft traagheid, somberheid en sloomheid weer
het geeft een bepaalde herfstkleur weer
het toont opstandigheid en boosheid
het toont gevoelens van spijt

 

 

Tenslotte nog een 'Weetje':

De dichtregels:


Blessent mon coeur
D'une langueur
Monotone.

 

werden door het Franse verzet gebruikt om de geallieerden via de Franse radio vanuit Engeland op de hoogte te stellen van de komende invasie in Normandië.

 

Antwoorden

vraag 1 vraag 2 vraag 3 vraag 4
vraag 5 vraag 6 vraag 7 vraag 8
vraag 9      

Berceuse pour ..........................

Denise Jallais (1932- )

 

Opdracht

1. Lees het gedicht.

 

Il ne faut pas avoir peur du noir
Ni des vers
D'ailleurs
Tu pourras jouer avec la pluie
Et regarder l'herbe pousser

Il ne faut pas mettre de terre dans ta bouche
Et rester sage à m'attendre
D'ailleurs
On t'a donné des fleurs
Pour te consoler d'être petit
Et mort

 

Opdracht

2. Dit gedicht is, zoals de titel aangeeft, een wiegelied. Dit is een veel voorkomend genre in de muziek. Zoek kenmerken van een wiegelied op in een naslagwerk en noteer die.
3. Noem een Nederlands wiegeliedje.
4. Waarom zingt iemand een wiegeliedje, denk je?
5. Wie zingt in dit gedicht het wiegeliedje?
6. Tot wie is dit gedicht gericht?
7. Waar bevindt deze persoon zich?
8. In de tweede strofe wordt gesproken van 'attendre'. Waarop 'attendre'? Leg uit.
9. Wat is het effect van de allerlaatste regel van dit gedicht?
10. Zoals je ziet is een deel van de titel weggelaten. Vul de rest van de titel aan.
11. Waarom wordt dit gedicht als wiegeliedje gezongen, denk je?
12. Wat vind je van dit gedicht? Kies één van de volgend mogelijkheden:

luguber
onrealistisch
hysterisch
sentimenteel
ontroerend

 

Antwoorden

vraag 1 vraag 2 vraag 3 vraag 4
vraag 5 vraag 6 vraag 7 vraag 8
vraag 9 vraag 10 vraag 11 vraag 12

Chants d'oiseaux

André Mary (1879-1962)

 

Opdracht

1. Lees onderstaand gedicht.

 

Un petit vous taisez, dames! C'est grand merveille
D'ouïr ces oiselets, le zizi, le lulu,
La jangle du bouvreuil, le caquet résolu
Du gaillard pinsonnet qui me perce l'oreille.

La grive et le moqueur entonnent un canon,
Tandis que va mêlant ses deux notes dolentes
Aux roulements lointains des tourtres roucoulantes
Le coucou qui ne sait que redire son nom.

Mais déjà je n'ois plus, si ce n'est par bouffées,
Le jacque jargonner ni hennir le poulain,
Tant aigre est le babil de ces chèvres coiffées,
Bavardes comme horloge et claquet de moulin.

 

Opdracht

2. In dit gedicht komen negen vogelnamen voor. Zoek ze op in het gedicht en noteer de Franse naam van elke vogel.
3. Zoek de vertaling van de vogelnamen op in het woordenboek en noteer deze.
4. Herlees nu het gedicht.
5. In de tweede strofe wordt gesproken van een 'canon'. Wat is dat? Zoek dit eventueel op in een naslagwerk en noteer de omschrijving.
6. Welke twee vogelsoorten doen mee aan deze 'canon'?
7. De woorden in het gedicht bootsen soms de klank van de vogels na. Noem twee woordgroepen, op verschillende plaatsen in het gedicht, die het geluid van de vogels nabootsen.
8. Tot wie richt de dichter zich in dit gedicht?
9. Wat vindt de dichter van deze personen? Kies één van de volgende mogelijkheden:

Hij vindt ze mooi zingen.
Hij vindt ze stomvervelend
Hij vindt dat ze te eentonig zingen
Hij vindt ze benijdenswaardig

10. Wat vindt de dichter van de vogels? Kies één van de volgende mogelijkheden:

Hij vindt ze mooi zingen.
Hij vindt ze stomvervelend
Hij vindt dat ze te eentonig zingen
Hij vindt ze benijdenswaardig

11. Met welke dieren worden de personen in de laatste strofe van het gedicht vergeleken?
12. Wat vind jij van dit gedicht? Kies één van de volgende mogelijkheden:

kwetsend zweverig
grappig ouderwets
spottend actueel

 

Antwoorden

vraag 1 vraag 2 vraag 3 vraag 4
vraag 5 vraag 6 vraag 7 vraag 8
vraag 9 vraag 10 vraag 11 vraag 12