Humor

  • Altes Lied
  • Eine ……………. Geschichte
  • Die polyglotte Katze
  • A0YMOUS VERSE
  • The Cats' Protection League
  • Snowball
  • Il faut passer le temps
  • La Fourmi
  • Sans titre

Altes Lied

Frank Wedekind (1864-1918)

 

Es war einmal ein Bäcker,
Der prunkte mit einem Wanst,
Wie du ihn kühner und kecker
Dir schwerlich träumen kannst.

Er hat zum Weibe genommen
Ein würdiges Gegenstück;
Sie konnten zusammen nicht kommen,
Sie waren viel zu …….


Opdracht

1 Het laatste rijmwoord ontbreekt. Vul het in.
2 Over wie gaat het gedicht?
3 De titel van het gedicht van Wedekind verwijst naar een oud Middeleeuws gedicht over twee koningskinderen, die van elkaar houden, maar niet bij elkaar kunnen komen. De jongen verdrinkt als hij naar het meisje toe wil zwemmen. Het meisje kiest vervolgens voor de verdrinkingsdood. Hieronder lees je de eerste strofe van dat gedicht.

 

Die zwei Königskinder

anonym

>> link naar volledige gedicht

 

Es waren zwei Königskinder,
Die hatten einander so lieb;
Sie konnten beisammen nicht kommen,
Das Wasser war viel zu ……...
[….]

 

Opdracht

4 Het laatste rijmwoord ontbreekt. Vul het in.
5 Is er voor jou wel eens iets onbereikbaar gebleken? Zo ja, wat was dat?
6 Wedekind heeft vier dichtregels uit Die zwei Königskinder gebruikt voor zijn eigen gedicht Altes Lied.
Noteer in het schema welke dichtregels uit Altes Lied overeenkomen met het origineel.

Die zwei Königskinder Altes Lied
Es waren zwei Königskinder,
Die hatten einander so lieb;
Sie konnten beisammen nicht kommen,
Das Wasser war viel zu ……...

7 Het gedicht van Frank Wedekind is een:
A parodie
B satire

In een parodie wordt een bekend literair werk enigszins belachelijk gemaakt
door nabootsing. De originele vorm wordt min of meer gehandhaafd, maar de inhoud wordt aangepast. Om de parodie te kunnen waarderen, moet de lezer de oorspronkelijke tekst kennen.

In een satire geeft een dichter uiting aan zijn spot, verontwaardiging of haat,
met de bedoeling daarmee de lachlust van de lezer op te wekken. Onderwerp van spot kunnen zijn: Zeden, gebeurtenissen of mensen.

8 Ben je nieuwsgierig naar het complete gedicht Die zwei Königskinder? Klik dan op de titel.
9 Welk gedicht spreekt je het meeste aan? Leg kort uit waarom.

 

Antwoorden

vraag 1 vraag 2 vraag 3 vraag 4
vraag 5 vraag 6 vraag 7 vraag 8
vraag 9      

Eine ……………. Geschichte

Joseph Victor von Scheffel (1826-1886)

 

Ein Hering liebt' eine ……..
Im kühlen Meeresgrund;
Es war sein Dichten und Trachten
Ein Kuß von ihrem Mund.

Die …….. , die war spröde,
Sie blieb in ihrem Haus;
Ob der Hering sang und seufzte,
Sie schaute nicht heraus.

Nur eines Tags erschloß sie
Ihr duftig Schalenpaar;
Sie wollt im Meeresspiegel
Beschauen ihr Anlitz klar.

Schnell kam der Hering geschwommen,
Streckt seinen Kopf herein
Und dacht an einem Kusse
In Ehren sich zu freun!

O Harung, armer Harung,
Wie schwer bist du blamiert!
-Sie schloß in Wut die Schalen,
Da war er ……...

Jetzt schwamm sein toter Leichnam
Wehmütig im grünen Meer
Und dacht: "In meinem Leben
Lieb ich keine …….. mehr!"

 


Opdracht

2 In strofe 1, 2 en 6 is het dier weggelaten, waarop de haring verliefd wordt. Om welk dier gaat het?

Auster Seeanemone
Schnecke Qualle

3 In de titel is een bijvoeglijk naamwoord weggelaten. Welk woord vind jij het beste passen bij de inhoud het gedicht?

ernsthafte komische
erotische romantische
fröhliche sentimentale
gruselige traurige

4 Waarom besluit het vrouwtje (strofe 3) op een dag haar huis te openen?
5 'Sie schloß in Wut die Schalen,' (strofe 5). Waarom is ze boos?
6 In alinea 5 is een rijmwoord weggelaten. Om welk woord gaat het?

desillusioniert frustriert
eliminiert quillotiniert

7 Wat is jouw mening over het vrouwtje? Je kunt meerdere antwoorden geven.
Zij is:

arrogant licht geraakt
gesloten koelbloedig
gevoelloos verlegen
ijdel  

8 Citeer het pleonasme (=dubbelzegging) uit de laatste strofe.
9 'Und dacht' (laatste strofe). Denken kan de haring helemaal niet meer. Waarom niet?
10 'In meinem Leben' (laatste strofe). Leg de woordspeling/dubbele betekenis van deze woorden uit.


Antwoorden

vraag 1 vraag 2 vraag 3 vraag 4
vraag 5 vraag 6 vraag 7 vraag 8
vraag 9 vraag 10    

Die polyglotte Katze

Heinz Erhardt (1909-1979)

 

Die Katze sitzt vorm……….,
in das die Maus vor kurzem kroch,
und denkt: "Da wart nicht lang ich,
die Maus, die fang ich! "
Die Maus jedoch spricht in dem Bau:
"Ich bin zwar klein, doch bin ich schlau!
Ich rühr mich nicht von hinnen,
ich bleibe drinnen! "
Da plötzlich hört sie - statt "miau" -
ein laut vernehmliches "wau-wau"
und lacht: "Die arme ……….,
der Hund, der hatse!
Jetzt muß sie aber schleunigst flitzen
anstatt vor meinem Loch zu sitzen! "
Doch leider - nun, man ahnt's bereits -
war das ein Irrtum ihrerseits,
denn als die Maus vors Loch hintritt -
es war nur ein ganz kleiner Schritt -
wird sie durch Katzenpfotenkraft
hinweggerafft! - - -
Danach wäscht sich die Katze die ………
und spricht mit der ihr eignen Note:
"Wie nützlich ist es dann und wann,
wenn man 'ne fremde Sprache kann... "


Opdracht

3 Vul de ontbrekende rijmwoorden in.
4 Waar bevinden de muis en de kat zich?
5 Waarom denkt de muis dat hij slim is?
6 Waarom lacht de muis?
7 "der hatse": vertaal dit in goed Duits en daarna in het Nederlands.
8 Welke vergissing maakt de muis?
9 Welke vreemde taal spreekt de kat?
10 Welke woorden uit die vreemde taal spreekt de kat in het gedicht?
11 Welk van de onderstaande spreekwoorden vind je het beste bij het verhaaltje passen.


Antwoorden

vraag 1 vraag 2 vraag 3 vraag 4
vraag 5 vraag 6 vraag 7 vraag 8
vraag 9 vraag 10 vraag 11  

A0YMOUS VERSE

Bill Stanton (1917-1999)

 

I'm in a 10der mood 2day
& feel poetic 2;
4 fun I'll just - off a line
& send it off 2 U.

I'm sorry U've been 6 so long;
Don't B disconsol8,
But bear your ills with 40tude
And they won't seem so gr8 !

Used with permission. The above poem is protected by copyright. It can be found at Bill Stanton's homepage.

 

Opdracht

1. Zoek de betekenis van het Engelse woord. Kies uit:

beproevingen
dichterlijk
heel snel schrijven
kort briefje
liefhebbend, teder
ongelukkig, ontroostbaar
vastberadenheid, zelfbeheersing

klik hier om je antwoorden na te kijken

2. Schrijf dit gedichtje (ook de titel) helemaal uit in 'gewoon' Engels.
3. Schrijf zelf twee dichtregels in het Engels en maak gebruik van de MSN/SMS uitdrukkingen. Uit het gedicht of andere uitdrukkingen die je nog kent.


Antwoorden

vraag 2 vraag 3

The Cats' Protection League

klik hier als je de dichter het gedicht wil horen voorlezen

Roger McGough (1937 -)

 

Midnight. A knock at the door.
Open it? Better had.
Three heavy cats, mean and bad.

They offer protection. I ask, 'What for?'
The Boss-cat snarls, 'You know the score.
Listen man and listen good

If you wanna stay in the neighbourhood,
Pay your dues or the toms will call
And wail each night on the backyard wall.

Mangle the flowers, and as for the lawn
a smelly minefield awaits you at dawn.'
These guys meant business without a doubt

Three cans of tuna, I handed them out.
They then disappeared like bats into hell
Those bad, bad cats from the CPL.

 

Opdracht

1. Hoe laat is het in het gedicht?
2. Bij welke organisatie zullen deze katten zich het beste thuis voelen?
a. Greenpeace
b. Maffia
c. Politie
3. Noem tenminste twee dingen waarmee de katten de hoofdpersoon bedreigen.
4. Wat voor beschermingsgeld betaalt de hoofdpersoon aan de katten?
5. Waar staat de afkorting CPL voor in het Engels? En vertaal hem in het Nederlands.

 

Antwoorden

vraag 1 vraag 2 vraag 3 vraag 4
vraag 5      

Snowball

Shel Silverstein (1930-1999)

 

I made myself a snowball
As perfect as could be.
I thought I'd keep it as a pet
And let it sleep with me.
I made it some pajamas
And a pillow for it's head.
Then last night it ran away,
But first it wet the bed.

 

Opdracht

1. Wat wil de hoofdpersoon als huisdier bij zich hebben?
2. Welke twee dingen maakt hij voor dit huisdier?
3. Wat denkt de hoofdpersoon dat het huisdier heeft gedaan voor hij wegliep?
4. Wat is er in werkelijkheid gebeurd?
5. Hoe denk je over de ik-persoon?

Hij is  
zielig te arrogant
dom zelfverzekerd
naïef vrolijk
eenzaam vervelend
saai  


Antwoorden

vraag 1 vraag 2 vraag 3 vraag 4
vraag 5      

Opdracht

1. Lees de eerste strofe van het gedicht.
2. In deze strofe wordt in de eerste twee regels een stelling geponeerd. Noteer deze stelling in het Nederlands.
3. Ben jij het met deze stelling eens? Motiveer je antwoord.

ja nee deels

4. Zoek op in een naslagwerk wat een 'titanenklus' is en noteer de definitie.
5. Wat wordt er in het gedicht als 'titanenklus'aangeduid?
6. Lees het hele gedicht nu uit. (sla vraag 7 t/m 11 even over). Vind je dat het woord 'travail de titan' (laatste regel 1ste strofe) hier goed gekozen is? Leg uit aan de hand van het gehele gedicht.

 

Il faut passer le temps

Paul Eluard (1895-1952)

 

On croit que c'est facile
de ne rien faire du tout
au fond c'est difficile
c'est difficile comme tout
il faut passer le temps
c'est tout un travail
il faut passer le temps
c'est un travail de titan

 

Opdracht

7. Stel je voor, dat jij net zo'n bestaan hebt als degene over wie dit gedicht gaat. Wat heb je nodig om een leven te leiden zoals de hoofdpersoon uit het gedicht?
8. Zou jij als het kon zo willen leven?
9. Lees nu de tweede strofe nog eens.
10. Waardoor kan de persoon uit dit gedicht dit bestaan volhouden? Noem het franse woord.

 

Ah!
du matin au soir
je ne faisais rien
rien
ah! quelle drôle de chose
du matin au soir
du soir au matin
je faisais la même chose
rien !
je ne faisais rien
j'avais les moyens

j'aurais pu tout avoir
ouiah ! quelle triste histoire

ce que j'aurais voulu
si je l'avais voulu
je l'aurais eu
mais je n'avais envie de rien
rien

Un jour pourtant je vis un chien
ce chien qui me plut je l'eus
c'était un grand chien
un chien de berger
mais la pauvre bête
comme elle s'ennuyait
s'ennuyait
s'ennuyait d'son maître
un vieil Ecossais
j'ai acheté son maître
j'avais les moyens
ah !
quel drôle d'écho
oh !
quel drôle d' Ecossais c'était
que le berger de mon chien
toute la journée il pleurait

 

Opdrachten

11. Hoe voelt de persoon in het gedicht zich? Kies uit de volgende mogelijkheden:

gelukkig verdrietig
verveeld boos

12. Wat verandert er in zijn leven?
13. Wat is het probleem echter?
14. Hoe komt dat?
15. Hoe lost hij het probleem op?


Antwoorden

vraag 1 vraag 2 vraag 3 vraag 4
vraag 5 vraag 6 vraag 7 vraag 8
vraag 9 vraag 10 vraag 11 vraag 12
vraag 13 vraag 14 vraag 15  

La fourmi

Robert Desnos (1900-1945)

 

Une fourmi de dix huit mètres
Avec un chapeau sur la tête
Ça n'existe pas ! Ça n'existe pas !
Une fourmi traînant un char
Plein de pingouins et de canards
Ça n'existe pas ! Ça n'existe pas !
Une fourmi parlant français
Parlant latin et javanais
Ça n'existe pas ! Ça n'existe pas !
Et pourquoi pas ?

 

Opdrachten

1. Lees het gehele gedicht.
2. Maak een tekening van het dier in dit gedicht. Elke twee versregels (dus drie keer) wordt er een ander beeld beschreven. Je krijgt dus uiteindelijk drie verschillende tekeningen van het dier in dit gedicht.

ja nee een beetje

3. Vertaal de laatste regel van het gedicht.
4. Probeer een antwoord te geven op de vraag die hier gesteld wordt.


Antwoorden

vraag 1 vraag 2    
vraag 3 vraag 4    

Sans titre

Jacques Prévert (1900-1977)

 

Vers la fin d'un discours extrêmement important
le grand homme d'Etat trébuchant
sur une belle phrase creuse
tombe dedans
et désemparé la bouche grande ouverte
haletant
montre les dents
et la carie dentaire de ses pacifiques raisonnements
met à vif le nerf de la guerre
la délicate question d'argent.


Opdrachten

1. Lees het gehele gedicht.
2. Zou de hoofdpersoon voor de oorlog of voor de vrede zijn? Noteer het Franse woord dat dit aangeeft.
3. Wat gebeurt er met de hoofdpersoon in de eerste vier regels?
4. Geef de drie Franse woorden die dat aanduiden.
5. In r.3 wordt het woord 'creuse' gebruikt. Leg de dubbele betekenis in dit gedicht uit.
6. Laatste regel: vertaal deze. Deze regel slaat op twee zaken uit het gedicht: welke?
7. Bedenk een passende franse titel bij dit gedicht.
8. Wat vind jij van dit gedicht? Kies een of meer van de volgende mogelijkheden:

grappig ouderwets
spottend moralistisch
saai stom
maatschappijkritisch  


Antwoorden

vraag 1 vraag 2 vraag 3 vraag 4
vraag 5 vraag 6 vraag 7 vraag 8